zondag 26 april 2009

Schumpeter


Mijn vorige artikel sloot ik af met een verwijzing naar een uitspraak van Geert Noels: “If governments cannot look beyond the next elections, they will favour Keynes. If they favour the next generation, they will take Schumpeter as a guide”.

De naam van Schumpeter valt de laatste tijd meer en meer in economische kringen. De nadruk die hij legde op economische veranderingsprocessen zal daaraan niet vreemd zijn, zeker niet wanneer – zoals nu omwille van de financiële en economische crisis – de werking van onze (sociaal gecorrigeerde) vrije markteconomie extra aandacht krijgt. Vooral zijn idee van creative destruction, dat door hem als de motor van de economische vooruitgang wordt beschouwd, wordt door velen opgepikt en gewaardeerd. Schumpeter was “ervan overtuigd dat alles uiteindelijk onderhevig is aan verandering en dat het om deze reden zinloos is zich aan het verleden of heden vast te klampen. Men kan niet veel meer doen dan trachten de onvermijdelijke veranderingen in menselijke banen te leiden” schrijft Hans Blokland in zijn boek De modernisering en haar politieke gevolgen: Weber, Mannheim en Schumpeter (Hans Blokland, De modernisering en haar politieke gevolgen: Weber, Mannheim en Schumpeter, Een rehabilitatie van de politiek, Deel 1, Boom, Amsterdam, 2001, blz. 168-169). Fundamentele innovaties, die aan de basis van de Kondratieff-cycli liggen, veranderen immers de ganse economische structuur.
Wellicht doelde Geert Noels in zijn uitspraak op het laten varen van een al te krampachtig ondersteunen van sectoren waarin Vlaanderen/België/Europa geen concurrentieel voordeel (meer) heeft of het voeren van een ondoordachte "deficit spending" politiek. Eenzelfde bedrag aan belastinggeld kan maar één keer uitgegeven worden. Wanneer de overheid beslist om de economie bijkomend te ondersteunen zou ze dat dan ook moeten doen via maatregelen die op termijn het meest rendabel zijn. Als een investering van 10 euro in project X op termijn 100 euro oplevert en een investering van eenzelfde 10 euro in project Y over een zelfde termijn 200 euro oplevert, dan zou het ook logisch zijn dat ze voor project Y opteert.

Positief vind ik alvast dat Schumpeter de maatschappij voornamelijk vanuit een empirische invalshoek bestudeerde en niet vanuit een ideologisch perspectief. Ook dat hij de economie als onderdeel van een complex sociaal systeem beschouwde.

Het nemen van Schumpeter als gids in alles wat een overheid onderneemt zou m.i. echter wat te voortvarend zijn. Zijn visie met betrekking tot het nut van bijvoorbeeld monopoliepraktijken en kartelafspraken is op zijn minst controversieel te noemen. Zijn geloof in het efficiënt functioneren van een planeconomie (centraal geleide productie) is - bekeken vanuit de tijdscontext waarin hij leefde - misschien nog te begrijpen, maar de haalbaarheid ervan is door de gechiedenis reeds tegengesproken. Positief is wel dat hij niet blind is voor wat het kapitalisme tot nu toe reeds mogelijk maakte: toename van de welvaart, totstandkoming van een uitgebreide sociale zekerheid, …

Het is wel goed dat hij wijst op het feit dat het kapitalisme in zich de kiemen draagt van zijn eigen ondergang (zoals dat ook van democratie gezegd wordt). Zijn waarnemingen en inzichten hebben nog steeds een hoge actualiteitswaarde, zeker nu door de economische omstandigheden de werking van de bestaande economische systemen in vraag worden gesteld (cf. discussie die gevoerd wordt over liberalisme en libertarisme n.a.v. de crisis van het financiële systeem).

Zaak is nu om het kind (idee van creative destruction) niet met het badwater (sommige andere inzichten van Schumpeter) weg te gooien.